Geschiedenis van Hervormd Enter
In 1709 begint Andreas Franciscus Marcelli in het eerste notulenboek met een verslag van de ontstaansgeschiedenis. Marcelli was een monnik uit Diest, die op kosten van de stad Kampen in Groningen theologie studeerde. Als vervanger was hij enige tijd predikant in Mastenbroek, preekte vaak in Kampen en kwam als “bouwpastor” in Enter terecht. Hij vertelt, dat daar altijd al een kapel was geweest met een kapelaanwoning. Dat moet geweest zijn op de plek waar nu het Hervormd Dienstgebouw staat. Daar werden in de jaren ’60 fundamentasresten gevonden met grote bakstenen die men kloostermoppen noemt. Volgens Marcelli werd in de Tachtigjarige Oorlog alles verwoest. In 1672 roofde Bernhard van Galen, Bisschop van Münster, (toegenaamd Bearendje de Koodeef, Bommenberend) de kerkklokken met de namen Margaretha en Catharina. Een van die klokken droeg volgens overlevering het raadselachtige opschrift:
Ik heete de Groote Greete,
Enter heeft mij loaten geeten.,
Had ik mijn zuster Katriene bij de hand,
Dan kon ik scheten deur ’t gansche land.
Op genoemde plek van het Dienstgebouw werd de nieuwe pastorie gebouwd. De kerk werd door de Marke (de vroegere dorpsgemeenschap) gebouwd op de gaarden van de familie Brandes. In 1724 legde een felle brand 49 huizen en 24 schuren in de as, ook het kerkgebouw werd zwaar beschadigd en na een landelijke collecte weer hersteld. Dat kerkgebouw dreigde in 1823 door bouwvalligheid in te storten. Het kreeg aan de westkant extra steunberen. In 1855 en 1863 werd de kerk uitgebreid in zuidelijke richting. Aan die zuidkant stond vroeger de (witgeverfde) kansel. Aan de torenkant werd de gevel vernieuwd in de zogenaamde Waterstaatsstijl. Later kwam er een (orgel)galerij bij en in 1954 kreeg de kerk een oostelijke vleugel, met o.a. galerij en consistorie.
Kerkgeschiedenis
Enter kent een bewogen kerkgeschiedenis. Net als overal kreeg ook Enter te maken met kerkstrijd. Naast veel negatieve effecten is er het voordeel dat men zich telkens weer bezon op de eigen positie en bewust nadacht over de juistheid van de koers. De Afscheiding in 1840 bracht veel beroering teweeg. Enige tijd volgde men in de N.H. kerk de Groninger richting, (uiteindelijk uitmondend in heilloos Modernisme) gevolgd door een meer orthodoxe prediking, omstreeks 1860. De notulen maken melding van een schok, die men ervoer toen Ds. Bruna in 1898 overging naar de R.K. kerk. Ds. Couvée was meer ethisch, volgeling van de bekende ds. Gunning, strijdend voor een bloeiend gemeenteleven. Niet lang daarna meldde men zich bij de Gereformeerde Bond. Bij een tienjaarlijkse stemming namen confessionelen en ethischen het roer over, waarop een groep uit de kerk trad en na enige tijd overging tot de Gereformeerden Gemeenten. Veel strijd is er ook geweest over het al of niet omzetten van de Openbare school in een Hervormde school, wat begin jaren ’60 een feit werd. Verschil in richting bleef, ook tot uiting komend in de diversiteit van de jeugdverenigingen. Ds. Kalkman en later Ds. Driebergen kregen dispensatie om voortijdig elders een beroep aan te nemen. Het lijkt erop dat men langzamerhand geleerd heeft met verschillen binnen deze ene gemeente om te gaan. Er is gelukkig sprake van een bloeiend gemeenteleven met groeigroepen, alfacursus, kindernevendienst, jeugdkerk, jeugddiensten en de vele activiteiten in De Bron.
Kerkzegel
![]() |
Het kerkzegel van Enter "Siglium Ecclesiae Enter" (zie elders op deze site) werd in 1950 ingevoerd. Een spin-haspel symboliseert het feit dat men in die tijd (naast ganzenhandel, klompenmakerijen en zompvaart) veel werk vond in de textielindustrie, in Enter, Rijssen, Almelo, Goor, etc. Ooit was hier een weefschool geweest, in 1860 omgezet in een fabriekje voor koffiezakken. In 1950 was hier een filiaal van Bendien Smits uit Almelo en de Kokosmattenweverij van de Encos. |
De tekst op het zegel is gekozen uit 1 Kor. 15 : 58: “Daarom, mijn geliefde broeders, weest standvastig, onwankelbaar, ten allen tijde overvloedig in het werk des Heeren, wetende, dat uw arbeid niet tevergeefs is in den Heere”.
HET KERKJE
"Men denke aan de oude dorpskerk uit 'Nelly' van Dickens, het plekje waar de arme zwerver rust vond".
H. W. Heuvel.
Tusschen hooge iepeboomen
ligt een need'rig kerkedak;
met een ietwat land'lijk schromen
zie ik zijnen toren komen
even uit den hoogsten tak.
En een tweetal zware linden,
takken vleug'lend naar rondom,
doen aan vreemden en aan vrinden
in hun doorgang d'ingang vinden
tot het binnenst' heiligdom.
Kerkje, klein en oud van dagen,
met een lied der dankbaarheid
wil ik van uw woon gewagen,
waar ik eerst ten doop gedragen
en den Heer werd toegewijd.
Waar ik vaak, in later tijden,
toefde op des Heeren dag;
waar ik eens met zielsverblijden
Jezus Christus mocht belijden
en den hemel open zag.
Zaal'ge tijd der eerste minne,
in geloof en liefde sterk,
tot - bij broederlijk bezinnen
plots de splijtzwam drong naar binnen
voor haar droeve sloopingswerk.
Groot' en kleine calvinisten,
om een leuze en een lied,
d' een den ander 't erf betwistte
en ter zaligheid besliste,
of ter helle nederstiet.
Sinds: wel altijd komt de schare
op het noodend klokgezang,
maar toch nooit als genen jare
mocht ik al den troost ervaren
van een vromen tempelgang.
Deez' van Paulus, of Apollos,
gene onder Cefas' vaan. . . .
- Ach, en hoe de keuze viele,
voor een arme zondaarsziele
heeft slechts Jezus' bloed voldaan.
Kom, o God van de vier winden,
met de volheid van Uw Geest.
Doe ons dankbaar wedervinden
lieflijkheid en samenbinden,
samen bidden allermeest.
Wit gerotste kerkgesteente,
dat u nog Gods gunst bestraal:
wijs maar altijd de gemeente,
in haar grootheid en haar kleente,
op haar hemelsch ideaal.
Gerrit Waanders
Gerrit Waanders leefde in Enter van 1884–1936 Door zelfstudie werd hij Enters eerste boekhandelaar en dank zij zijn liefde voor de literatuur en zijn diepe geloof ontwikkelde hij zich, gestimuleerd door Jan Albert Rispens, tot een gewaardeerd christen-dichter, die bij Callenbach de bundel “Mijn Belijden” uitgaf, waarvan het titelgedicht veel geciteerd werd. Deze bundel werd in 1988 opnieuw uitgegeven. Waanders was ook voorzitter van de CJV en kon prachtig voordragen. Hij diende de gemeente als notabel. Van Ds. Couvée had hij een harmonium gekregen met de opdracht zodanig te oefenen dat hij ook de gemeentezang zou kunnen begeleiden. Dat heeft hij ruim 30 jaar gedaan op het orgel dat nu nog in de Geref. Gemeente in Almelo dienst doet.
testdownload